Virginie Loveling en passant(en) – Op stap met Literair Gent – 28.04.2024

29 juni 2024

Op zondagochtend 28 april trokken onze Gent Leest-wandelaars in de voetsporen van Virginie Loveling door Gent.

Op het Sint-Pietersplein vertrok in 1912 ook exact op deze dag de grootse huldestoet voor deze unieke Vlaamse schrijfster. Ze werd vervolgens opgehaald aan haar woning in de Filips van Marnixstraat en onder een regen van toejuichingen via de Kouter naar het stadhuis vervoerd. Daar ontving ze erelinten van gouverneur De Kerchove d’Exaerde en burgemeester Emile Braun. Ze werd daarna gefêteerd met speeches en muziek in de KNS en met een volksbanket in het Posthotel aan de Kouter. NRC-verslaggever en dichter Karel van de Woestijne hoorde er “de champagnestopsels als verre kanonsalvo’s” knallen.

In een donkere afspiegeling hiervan zou ook de lijkstoet elf jaar later, na haar dood op 1 december 1923, van hetzelfde Sint-Pietersplein vertrekken en door een haag van rouwenden via het centrum van Gent naar de Westerbegraafplaats rijden. In tegenstelling tot haar moeder en oudere zussen Pauline en Rosalie, kreeg de vrijzinnige Virginie haar laatste rustplaats, naar haar uitdrukkelijke wens niet op Campo Santo, maar op het Gentse ‘geuzenkerkhof’, naast haar neef Cyriel Buysse.

Literair Gent-gidsen Joël Neyt en Jean-Paul Den Haerynck trokken met onze stadslezers vanaf de Sint-Pietersabdij, een van de twee oudste sites van Gent, over acht haltes en evenveel Loveling-leestips naar het voorplein van Bib De Krook. Bij het vertrekpunt werd al meteen geciteerd uit Lovelings geheime oorlogsdagboek, vanuit het perspectief van kleine, onderdrukte mensen, net zoals in Mijn kleine oorlog (1947) van Louis Paul Boon. In het fragment is het Sint-Pietersplein, na de Duitse inval, in 1916 een schouwtoneel voor de ‘opgeëisten’, door de bezetter opgevorderde werkkrachten voor gedwongen tewerkstelling. Loveling rapporteerde ook droogjes de opening van de zogenaamde Von Bissing-universiteit in Gent, want ze wees, ondanks haar Duitse afkomst, elke vorm van activisme resoluut af.

De voormalige school Gustave Callier (heden Liberas, ‘Centrum voor de geschiedenis van het vrije denken en handelen’, vroegere naam: Liberaal Archief) op het Kramersplein was onze tweede halte. Daar knoopten we aan bij Lovelings debuutroman: In onze Vlaamsche gewesten: politieke schetsen (1877). Ze schreef die nog in Nevele onder de schuilnaam W.G.E. Walter, maar op de tweede uitgave door het Willemsfonds in 1882 – naar aanleiding van

Lov8

de eerste Lovelinghulde in Gent in het Lakenmetershuis (Vrijdagmarkt) – verscheen onder het pseudoniem ook haar volledige naam.
Het is een registratie in verhaalvorm van politiek-religieuze wandaden, afgedwongen bekeringen en dramatische voorvallen in het leven van de bevriende protagonisten, het jonge katholieke Liedeken en de ‘geus’ meneer Sandrie. Na haar verhuizing naar Gent, ontsnapt aan de katholieke ‘stiklucht’ in de regio Nevele, sneed Loveling de brutale escalatie van de schoolstrijd aan in haar vervolgroman Sophie (1885). Daarin komt het emancipatieve ontvoogdingsproces van het hoofdpersonage uitgesprokener in beeld.

Bij haar woon-/sterfhuis in de Filips van Marnixstraat nr. 34 onderhield Literair Gent ons over Virginie Lovelings risicovolle onderneming om een gedetailleerd oorlogsdagboek bij te houden en op ingenieuze wijze te verstoppen voor huiszoekingen en inkwartiering van Duitse officieren. Getuigenis afleggen voor de volgende generaties werd Lovelings obsessie, ondanks nachtmerries waarin ze door de bezetter werd gefusilleerd.
In dit huis schilderde haar kunstvriend Willem Geets, gevlucht uit het gebombardeerde Mechelen, in 1914 ook het befaamde portret (met gekruiste armen), dat in het Antwerpse Letterenhuis bewaard wordt. Het sierde ook het omslag van

Lov1

Lovelings Oorlogsdagboeken 1914-1918, een leeseditie in 2005 (herdrukt 2013), met een nawoord van biograaf Ludo Stynen en een verantwoording door voormalig UGent-hoofdbibliothecaris Sylvia Van Peteghem.

Bij de Boekentoren, halte Rozier, werd later in de wandeling meer toelichting gegeven en beeldmateriaal getoond over de realisatie van fysieke en digitale publicaties van dat oorlogsdagboek. Met tussenkomst van het CTB (Centrum voor Tekstedities en Bronnenstudie/ KANTL) werd het volledige manuscript geordend, overgetypt en van aantekeningen voorzien, én gedigitaliseerd (nog steeds online beschikbaar – zie leestips

Lov4

onderaan). Lovelings originele oorlogsmanuscript werd inmiddels door de Vlaamse Gemeenschap erkend als erfgoedtopstuk en door Meemoo eveneens integraal gedigitaliseerd.

In het Citadelpark, in de pas gerestaureerde Monterey-kiosk, diepte onze gids merkwaardige Herinneringen aan haar jeugdjaren in Nevele op. Loveling noteerde die zelf in 1896, nadat haar neef en historicus Paul Fredericq haar erop wees dat veel landelijke tradities, folklore, feest- en begrafenisrituelen uit haar jonge jaren in sneltempo verdwenen, waardoor waardevol immaterieel erfgoed wellicht definitief

Lov6

onbekend zou blijven. Vooral de niet te onderschatten invloed van Virginie’s ‘wildebrasmaanden’ op haar later geschreven psychologische romans en novellen kreeg aandacht. Ook de overweldigende natuur, de kloof tussen burgers en buitenlui, volksrituelen, bijgeloof en landelijke gezegden zouden daarin een grote rol spelen.
Daarna kwam de Cercle Huet kort aan bod: de liberaal-intellectuele sfeer waarin de zussen Rosalie en Virginie al op jonge leeftijd bij hun oudere halfbroer Cesar Fredericq, in de Sleepstraat in Gent vertoefden, zwengelde hun nieuwsgierigheid en reislust aan: Virginie zou later zelfs een reis maken naar Australië.

Met citaten uit het ‘zwierig verhaalde’ Een dure eed (1892), Lovelings met de toenmalige ‘staatsprijs’ bekroonde roman – ten nadele van Het recht van de sterkste van Cyriel Buysse – en het gedicht ‘Het buitenmeisje’ nog in het hoofd, klommen we richting Boekentoren. We passeerden de Gezusters Lovelingstraat – straatnaamwijziging binnen de maand na haar overlijden op 1 december 1923! – op weg naar de ingang van de Gentse universiteitsbibliotheek. Onze gids wees op het citaat van Ferdinand Vander Haeghen over het belang van het bewaren van documenten. Vander Haeghen was van 1869 tot 1911 hoofdbibliothecaris van de Gentse universiteitsbibliotheek, toen gevestigd in de Ottogracht.
Aan de overzijde, tussen Rozier en Plateaustraat bevindt zich ook de faculteit Wetenschappen: het oudste gebouw, uit 1883-1890, van de huidige campus Boekentoren. Ook de wetenschap speelt een rol in Lovelings oeuvre, dat telkens weer verrast door onverwachte invalshoeken. Zoals de nog steeds actuele thema’s erfelijkheidsleer en het belang van geletterdheid en onderwijs, die de rode draad vormden in haar roman Erfelijk belast (1906, herdrukt 2023!).
Ook werden de inspanningen van universitaire onderzoekers als professor Antonin van Elslander, Bert van Raemdonck en testamentuitvoerder Maurits Basse (vroegste studie over de gezusters Loveling) aangehaald, naast colloquia en exposities: ze bleken achteraf van onschatbare waarde om het unieke oeuvre van Virginie Loveling voor een hedendaags lezerspubliek te ontsluiten.
Met Virginie’s omschrijving van de ‘geniale schrijver’ (opstel ‘De waarheid in de kunst’), die ook vandaag nog voor alle studies letterkunde en in schrijfscholen een (helaas verzwegen) inspiratiebron kan vormen, gingen we op weg naar de koffieshop waar een korte pauze werd ingelast en pertinente vragen beantwoord.

Daarna deden we nog twee haltes aan. Op de Kouter, in het gebouw op de plaats van het vroegere Posthotel, contrasteerde onze gids de grootse huldiging van Loveling door alle gezindheden in 1912, met de historische pleisterplaatsen van de Duitse bezettingsmacht twee jaar later: Kommandatur/Strafabteilung, Passzentrale, officiershotel en paradeplein van de militaire draaischijf Gent in het Etappengebiet.
De Gentse huldiging kwam er na het verschijnen van Lovelings meesterwerk Een revolverschot (1911, herdrukt 1998 met nawoord Leen Huet, en in 2021 met nawoord door Annelies Verbeke). Opgebouwd rond een geschonken revolver en een driehoeksverhouding tussen de twee zussen Santander en muziekmeester Luc Hancq, ontwikkelde Virginie Loveling een psychologisch diepgravend verhaal met thrillerelementen. Volgens Lars Bernaerts (auteur en redacteur van Rebellie in de Gentse letteren) zou het vandaag nog kunnen wedijveren wedijveren met een spannende Netflix-serie.

Bij de volksschouwburg Minard kwamen huisvriend Frans Rens en de inspirerende hoofdfiguren van de Vlaamse Beweging kort ter sprake: Jan Frans Willems en Karel Lodewijk Ledeganck leverden belangrijke stimuli in de vroege jeugdlectuur van de beide zussen Loveling. Hier werd ook gefocust op een avondje in de Minard van een jonge Virginie en haar zus Rosalie en vooral op Lovelings meest Gentse roman, het

Lov5

satirische Levensleer, geschreven samen met neef Cyriel Buysse. Deze roman is ook bewerkt tot toneelstuk (Uzeke wordt onderhouden, 1922) en nog in aanwezigheid van Loveling zelf opgevoerd.
De veelkleurige roman verhaalt de ‘onmogelijke’ liefde tussen burgerszoon Florimond en het zwangere, arme meisje Euzeke, haar dramatische zwerftochten door Gent en de bougeoisiekritiek van toekomstige schoonmoeder madame Verpoest in ‘Gentsch Fransch’. Uitzonderlijk voor Lovelings algemeen-tragische levensvisie kreeg de roman toch eens een happy end.

Hier en al bij eerdere haltes kwamen ook de oude folkloristische invloeden en voor Lovelings tijd zeldzame en ferm verdedigde – nog steeds actuele! – thema’s als kankerbestrijding, en genres als de Engelse ‘ghost story’ aan bod, waarvan Virginie een proef afleverde met ‘Onze idealen’, gebaseerd op een Gentse sage rond het meisje Angélique onlangs nog opgerakeld in het pas gestarte Vlaamse ‘tijdschrift voor fantastiek en mysterie’ In Tenebris).

De beschilderde bronzen figuren ‘De Passanten’ van Michaël Borremans, die de koppen bijeensteken en kennis doorgeven op het voorplein van Bib De Krook, konden niet beter weergeven wat Virginie Loveling met haar scherp gekarakteriseerde maar kwetsbare personages, culturele diepgang en maatschappijkritiek bedoelde. Zelfs de exotische elementen uit de verhalen van haar Duitse oom en zeekapitein, of het vreemde in haarzelf dat ze in romanpersonages aankaartte en ontwikkelde door eigen reiservaringen (Een winter in het Zuiderland), dragen bij tot een goed begrip van haar werk.

Deze wandeling door een intens en consistent oeuvre dat de ‘condition féminine’ op een unieke wijze in de Vlaamse literatuur vertegenwoordigt en en passant de leidraad vormde door een boeiende levensloop, werd poëtisch afgerond met het vooruitwijzend gedicht ‘Haar laatste wandeling’ (in Gedichten, 1870!). Virginie Loveling zou op basis van deze wandelhommage niet misstaan als enig vrouwelijk alternatief in de Canonlijst Nederlandse Letteren.

(met dank aan Stad Gent en de erfgoedvereniging Literair Gent)

Leeslijst/Leestips:

1.Titels van Virginie Loveling:

In onze Vlaamse gewesten (1877, onder ps. W.G. E. Walter, herdr. Willemsfonds, 1882)

Sophie (1885, herdr. 1998, met inl. Daniël van Acker)

Gedichten (3de vermeerderde druk 1889; samen met Rosalie)

Een winter in het Zuiderland (1890, heruitgave in 2022, met inleiding door Ludo Stynen)

Een dure eed (1892)

Erfelijk belast (1906, herdr. 2023)

Een revolverschot (1911, herdr. 1998, nawoord Leen Huet & 2021, nawoord Annelies Verbeke)

Levensleer (samen met Cyriel Buysse onder ps. Louis Bonheyden, 1912)

Virginia als folkloriste 1836-1923 (1943, met illustraties door Herman Verbaere)

Oorlogsdagboeken 1914-1918 (2005, herdr. 2013) - In Oorlogsnood. Virginie Lovelings dagboek 1914-1918: elektronische tekstkritische editie (ugent.be) (2013)

Herinneringen (ed. Van Elslander, 1967)

Meesterschap in tweevoud (2009, selectie novellen van Rosalie en Virginie Loveling, sam. Anne Marie Musschoot & Piet Couttenier)

De zussen Loveling/ Les soeurs Loveling (Poëziecentrum & Midis de la Poésie Éditions, 2021); meertalige selectie Lovelinggedichten met vertalingen en herinterpretaties, m.m.v. Maud Vanhauwaert, Ruth Lasters (Arkprijs 2023), Hind Eljadid, e.a. – Het buitenmeisje, met Franse vertaling door Bwanga Pilipili.

2. Titels Historische en letterkundige omkadering:

Mijn kleine oorlog / Louis Paul Boon (1947, in het Verzameld werk dl. 4, 2005)

Gent in weelde herboren: Wereldtentoonstelling 1913 / door André Capiteyn (Gent: Stadsarchief, 1988. Catalogus bij tentoonstelling in het Centrum voor Kunst en Cultuur, Sint-Pietersabdij Gent, van 7 oktober tot en met 11 december 1988)

De gezusters Loveling / door Antonin van Elslander, in: Oost-Vlaamse literaire monografieën – afl.10 – Bijdragen Nieuwe Reeks, 35 (1992, samen met bijdragen over Aleidis Dierick, Arsenaal, Lode de Visscher, Greta Seghers)

Combattief liberaal engagement 1877-1885 (hoofdstuk 7), in:
Rosalie en Virginie: leven en werk van de gezusters Loveling / Ludo Stynen (1997), p. 133-167

Rosalie en Virginie Loveling / Ludo Stynen (zie hoger)

Een theaterbonbon voor ‘le tout Gand’: de duizend gezichten van de Minardschouwburg / door Jacques Van Schoor, in: Gent, de dubbelzinnige / (samenstelling) Marco Daane en Dirk Leyman (2000), p. 35-51

Het leven, niets dan het leven / Joris van Parys (2011, biografie over Cyriel Buysse)

Kriegsalbum Gent: bezet Gent in de Eerste Wereldoorlog door een Duitse lens / (redactie en foto’s) Michiel Hendryckx; (auteurs) Georges Antheunis en Storm Calle (2018)

Torens van boeken: universiteitsbibliotheek Gent 1797-2020 / Ruben Mantels (2020, ter gelegenheid van de renovatie van de Boekentoren)

Het spookhuis van de wanhoop: de droeve geschiedenis van Angelique / DannY De LaeT, in: De Gentse fantastiek – themanummer van In Tenebris: tijdschrift voor fantastiek, nr.1 (april 2023), p. 146-164 (over ‘ghost stories’, Jean Ray en Virginie Loveling)

Potver en och here: het antiklerikale verzet van Virginie Loveling / Lars Bernaerts, in:
Rebellie in de Gentse letteren: literaire stroppendragers van de middeleeuwen tot nu /
Lars Bernaerts en Lieselot De Taeye (redactie) – (2023), p. 139-147

Rebellie in de Gentse letteren / Lars Bernaerts en Lieselot De Taeye (2023)

Tegen het licht gehouden: Virginie Lovelings Oorlogsdagboek – brochure bij expo Boekentoren (december 2023)